Meervoudige waardecreatie: 4 tips voor succesvol samenwerken
Echt succesvol samenwerken is lastig. Liefst 60 tot 80 procent van de samenwerkingsverbanden mislukt, blijkt uit onderzoek.
Echter, in de economie van morgen wordt de samenwerking tussen organisaties en mensen steeds belangrijker. Het is nodig om als organisatie te kunnen overleven. En voor het bereiken van meervoudige waardecreatie, waarbij economische, ecologische en sociale waarden met elkaar in evenwicht zijn. De vraag is dus: hóe werk je succesvol samen? Vier bouwstenen voor succesvol samenwerken. Met verrassende uitkomsten.
Wat is samenwerken?
Samenwerken is het kunnen omgaan met verschillen. In ambitie, belangen en relaties. En tussen organisaties, directie, management en werkvloer. Voor een succesvolle samenwerking is het heel belangrijk om de verschillen te verbinden. Dat kan een uitdaging zijn, omdat iedere partij een stukje autonomie moet opgeven. Er ontstaat een spanningsveld tussen het eigen belang en het gezamenlijke belang van de samenwerking. Conflicterende belangen komen in een samenwerking veel voor. De kunst is om deze belangen te verbinden.
Drie manieren van samenwerken
Bij meervoudige waardecreatie draait het dus om gezamenlijk innoveren op basis van samenwerking. In theorie zijn er drie manieren van samenwerken:
Volgens de principes van de markt (de knikkerzak)
Organisaties opereren onafhankelijk van elkaar. Het gaat hier om kortstondige ruilhandel. Minder geschikt voor meervoudige waardecreatie omdat die juist vraagt om een langdurige samenwerkingsrelatie tussen organisaties.
Volgens de principes van hiërarchie (de hark)
De klassieke aansturingsvorm. Er is een centraal sturend orgaan dat alles strak coördineert op basis van vaste afhankelijkheidsrelaties en formele procedures. Minder geschikt voor meervoudige waardecreatie, want een organisatie moet snel kunnen inspelen op de veranderende markt.
De hiërarchische aansturingsvorm gaat uit van de klassieke topdown-benadering.Deze benadering werkt goed in extreme crisissituaties op leven en dood. Echter, onderzoek toont aan dat deze benadering in overige omstandigheden niet altijd even goed werkt. Dat komt omdat de verbinding met de managers en de werkvloer ontbreekt. Terwijl het belangrijk is dat managers en medewerkers ruimte krijgen om veranderprocessen zelf vorm te geven.
Veel organisaties kiezen daarom voor een bottom-up benadering. Het risico hierbij is dat de verbinding met het management verslechtert, waardoor het blijft bij een project omdat er geen beslissingen worden genomen. Beter is het daarom te kiezen voor een combinatie van top-down- en bottom-up: de intermedium-benadering.
Volgens de principes van het organisatienetwerk (de pannenkoek)
Hierbij is de macht verdeeld tussen verschillende organisaties. Een groot voordeel is de flexibiliteit en het vermogen om te gaan met veranderingen. Hierdoor ontstaat concurrentievoordeel. Het vraagt om het omarmen van onzekerheid. Dankzij de relatie wisselen partijen gemakkelijk kennis, producten en diensten uit. Het adagium luidt niet ‘iedereen een baas’, maar ‘iedereen de baas’. Het leiderschap en de macht zijn dan vaak gedeeld tussen verschillende mensen. Effectieve leiders herkennen, erkennen en benutten het verschil in belangen en perspectief tussen organisaties. De pannenkoek noemen we ook wel: het organisatienetwerk.
Vier sleutelfactoren voor succesvol samenwerken
Over samenwerken doen veel onzin-theor