By | Published On: 20 april 2021| Views: 1330|

Wat je moet weten over zorgnetwerken

Het Nederlandse zorgstelsel komt steeds verder onder druk te staan. Door de vergrijzing en de toename van het aantal mensen met een chronische aandoening en/of multimorbiditeit verandert en stijgt de zorgvraag en nemen de zorgkosten toe. Tegelijkertijd groeit het tekort aan professionele zorgverleners. Als antwoord hierop stimuleert de overheid mensen met een complexe, langdurige zorgvraag steeds langer thuis te blijven wonen. Daarnaast spoort de overheid burgers aan zorg en ondersteuning te bieden aan anderen. Zorgverleners zien hierdoor hun werkveld verschuiven van intra- naar extramuraal. Daarnaast krijgen ze in toenemende mate te maken met vrijwilligers en mantelzorgers. De vraag is: hoe regel je dit goed? Een zorgnetwerk wordt gezien als de oplossing. Maar wat is netwerkzorg precies, hoe organiseer je het en wat kun je ermee bereiken?

Sociale netwerken verbeteren de gezondheid

Internationale studies wijzen uit dat gezondheid voor 36% gecreëerd wordt door individueel gedrag en dat 24% verklaard kan worden door sociale omstandigheden (figuur 2). Wil je gezondheidsrendement, dan moet je dus vooral op deze factoren inzetten. En het heeft ook daadwerkelijk effect. Uit internationaal onderzoek blijkt dat sociale netwerken aantoonbaar invloed hebben op bijvoorbeeld roken, dieet, lichaamsbeweging, depressie, therapietrouw en obesitas. Een mooi voorbeeld zijn de resultaten van een recent onderzoek onder patiënten met een chronische hartaandoening of diabetes. Dit onderzoek laat zien dat beïnvloeding van gezond gedrag vooral via het sociale netwerk van een patiënt gebeurt. Dit leidt tot minder ziekenhuisopnames en lagere zorgkosten. Een netwerkbenadering biedt dus veelbelovende kansen om de gezondheid echt te verbeteren.

Figuur 2. Wat beïnvloedt gezondheid?

determinanten-van-gezondheid

Wat is een zorgnetwerk?

De vraag is vervolgens: hoe organiseer je de zorg volgens de principes van een netwerk? Laten we beginnen met het geven van een definitie van een zorgnetwerk, want daarover is nogal wat onduidelijkheid. Niet in de minste plaats vanwege de enorme waslijst aan synoniemen die in omloop zijn: geïntegreerde zorg, integrale zorg, netwerkgeneeskunde, 1,5lijnszorg, substitutie van zorg, zorg op de juiste plek, zinnige zorg, noem maar op. Allemaal termen die op hetzelfde neerkomen en waarvoor de volgende definitie geldt: Een zorgnetwerk is een gecoördineerde manier van samenwerken van een groep zorgaanbieders om de gezondheidsuitkomsten van een (deel)populatie te verbeteren. De zorgaanbieders zijn daarbij bereid gezamenlijk risico te dragen voor het wel of niet realiseren van kwaliteit en kosten van zorg. Om het iets concreter te maken: een chronische patiënt met comorbiditeit heeft al snel te maken met tien zorg- en hulpverleners: de huisarts, medisch specialisten, een fysiotherapeut, de wijkverpleegkundige, hulp in de huishouding, de apotheker, de Wmo-dagbesteding, mantelzorgers, vrijwilligers, etc. Al deze mensen hebben hun eigen rol en verantwoordelijkheid in het zorgproces. Werken ze op een gecoördineerde manier samen en dragen ze samen verantwoordelijkheid, dan spreken we van een zorgnetwerk. Netwerkzorg heeft als doel de toegankelijkheid, kwaliteit en efficiëntie van zorg te verbeteren en de patiënttevredenheid te verhogen. Het is geen doel op zich, maar een middel om waardegedreven zorg – ook wel bekend als Value-based Healthcare of Triple Aim – te realiseren.

Waarom zijn zorgnetwerken nodig?

Heel simpel: om aan te sluiten bij de veranderde zorgvraag. Een normaal verschijnsel. In de loop van de geschiedenis heeft het zorgsysteem zich voortdurend aangepast aan wisselende omstandigheden. Was het eind 19e eeuw de primaire doelstelling om infectieziekten te bestrijden, nu ligt de uitdaging bij het bestrijden van chronische ziekten. Dat lukt alleen door in netwerken te gaan opereren.

Hoe organiseer je netwerkzorg? Vier typen zorgnetwerken

Een zorgnetwerk wordt gezien als hét antwoord op de toenemende zorgvraag en de stijgende zorgkosten. Maar hoe breng je het in de praktijk? Het Regenboogmodel (figuur 2), kan hierbij helpen. Dit model onderscheidt vier domeinen waarop actie nodig is. Daarbij gaat het op macroniveau om wet- en regelgeving, op mesoniveau om samenwerking tussen organisaties en professionals, en op microniveau om zelfmanagement ondersteuning voor patiënten. Op basis van het Regenboogmodel zijn dus de volgende type zorgnetwerken te onderscheiden:

  1. 1. Systeemnetwerken
  2. 2. Organisatienetwerken
  3. 3. Professionalnetwerken
  4. 4. Patiëntnetwerken

Figuur 1: Het Regenboogmodel

Regenboogmodel

Patiëntnetwerken

De patiënt is de belangrijkste pijler van een zorgnetwerk. De zelfredzaamheid van mensen staat momenteel hoog op de politieke agenda. Ze worden gestimuleerd hun eigen gezondheid beter te ‘managen’, eventueel met hulp van mantelzorgers en vrijwilligers. Maar dit werkt alleen als patiënten inzicht hebben in de kwaliteit en de kosten van het zorgaanbod en eigenaar zijn van hun eigen gezondheidsdata. Helaas laat dat in de praktijk te wensen over. De inbreng van de patiënt in zijn eigen zorgnetwerk kan geoptimaliseerd worden door eHealth-toepassingen en thuishulpapparatuur in te zetten en mensen in het gebruik hiervan te scholen. Daarnaast is het belangrijk dat er op regelmatige basis heldere communicatie met de zorgverleners van het zorgnetwerk is en met lotgenoten. Dit alles is pas mogelijk met een wettelijk kader voor de toegang tot eigen gezondheidsdata, transparantie over behandeluitkomsten en ontsluiting van informatiesystemen.

Professionalnetwerken

Interprofessionele samenwerking tussen zorgverleners vormt de kern van een zorgnetwerk. Dit kenmerkt zich door gezamenlijke kwaliteitskaders, -richtlijnen en protocollen en multidisciplinair overleg. In Nederland zien we vooral vormen van horizontale samenwerking binnen de eerste lijn (gezondheidscentra, huisartsenposten en zorggroepen) en tweede lijn (multidisciplinaire spreekuren en zorgpaden in ziekenhuizen). Verticale samenwerkingsvormen tussen de eerste en tweede lijn komen nauwelijks voor, terwijl die essentieel zijn voor een succesvol zorgnetwerk. Om dit voor elkaar te krijgen, zijn andere wettelijke en financiële kaders nodig. Pas dan kan het beroep van zorgverlener zich gaan ontwikkelen richting ‘georganiseerd professionalisme’. Dit houdt in dat professionals op het terrein van preventie, zorg en welzijn samenwerkingsverbanden aangaan binnen ondersteunende (virtuele) zorgnetwerken. Via nieuwe contractvormen (zoals gebundelde betalingen en shared savings) worden ze steeds meer verantwoordelijk gesteld voor klinische en economische zorguitkomsten. Betalingen gaan een prikkel vormen om de beste zorg tegen lagere kosten te bieden. Dit brengt klinische en financiële risico’s met zich mee die op individueel niveau moeilijk beheersbaar zijn. Vandaar dat nieuwe interprofessionele standaarden, curricula, opleidingen en vakgenootschappen hun intrede gaan doen, zoals bijvoorbeeld in de advocatuur en accountancy ook gebruikelijk is.

Organisatienetwerk

Zorgprofessionals werken voor organisaties en ook die organisaties moeten allianties aangaan om een zorgnetwerk tot een succes te maken. Onderzoek wijst uit dat een regionale aanpak hierbij het meest effectief is. Voor een vruchtbare samenwerking tussen organisaties zijn data-uitwisseling en integrale financieringsvormen absolute vereisten. Om het voorbeeld van ketenzorg te nemen: zorgverzekeraars kunnen ketencontacten afsluiten met huisartsen en medisch specialisten om de samenwerking tussen eerste én tweede lijn te stimuleren. Daarnaast zorgen ze voor een goede afstemming en coördinatie van zorg en zijn ze samen verantwoordelijk voor medische, sociale en economische uitkomsten. In dit opzicht kunnen we veel leren van buitenlandse initiatieven, zoals Accountable Care Organisations en Patients Centred Medical Homes in de VS.

Systeemnetwerk

Zowel qua beleid als financiering is de Nederlandse zorg helaas erg versnipperd. Het verschil in schaal, ordening en oriëntatie tussen zorgverzekeraars en gemeenten zorgt ervoor dat netwerkzorg in de praktijk niet wordt bestendigd. Een zorgnetwerk vraagt om integraal beleid en aanpak over de muren van gemeentelijke, zorggroep-, thuiszorg- en ziekenhuisorganisaties heen. Het is belangrijk dat we een langetermijnstrategie gaan ontwikkelen voor zorgnetwerken tussen de sectoren preventie, zorg en welzijn. Ook dit vraagt weer om integrale wet- en regelgeving en bijbehorende financieringsvormen. Zonder deze randvoorwaarden wordt het realiseren van netwerkzorg een mission impossible.

The show must go on. Maar wie neemt het voortouw?

We raken er steeds meer van doordrongen dat zorgnetwerken hét antwoord zijn op de toenemende zorgvraag en stijgende zorgkosten en dat het tijd is voor actie. Toch schiet het allemaal niet zo op. Waar ligt dat aan? In ieder geval niet aan de individuele motivatie van patiënten, professionals en vrijwilligers. Zij willen wel, maar lopen tegen muren op. Kijkend naar Nederland zijn de grootste showstoppers voor zorgnetwerken:

  1. Het gebrek aan integraal beleid tussen zorg en welzijn;
  2. Een versnipperde financiering tussen eerste- en tweede lijn;
  3. Het ontbreken van datakoppeling tussen eerste- en tweede lijn.

Allemaal factoren die zich – opvallend genoeg – op het niveau van het systeem- en organisatienetwerk bevinden. Daar ligt dus de sleutel. De million dollar question is alleen: wie voert hier in de polder de regie? Waar steken we in? Bij het ministerie van VWS met een beleidsagenda van vier jaar? Bij de Inspectie voor de Volksgezondheid? Bij de Nederlandse Zorgautoriteit? Of bij de zorgverzekeraar? Het is een droevige constatering dat de beleidsmatige hokjesgeest in Nederland niet bepaald helpt om zorgnetwerken in de praktijk te realiseren. Integrale compliance, control en financiering blijken erg lastig in ons verzuilde zorgstelsel. Terwijl iedereen weet dat de som meer is dan het geheel der delen… Sterker nog, vele internationale best practices tonen aan dat een integrale aanpak/netwerkzorg leidt tot betere uitkomsten. Er is dus dringend behoefte aan dwarsdenkers en friskijkers om integraal beleid en financiering in de praktijk te realiseren. Met een integrale beleidsagenda en bestuurlijke daadkracht kunnen we de basis leggen om regionale zorgnetwerken te creëren op het niveau van de patiënt, zorgprofessionals en organisaties. Zorgnetwerken die hoogwaardige, mensgerichte zorg bieden, die gebruikmaken van de nieuwste technologie en die door de hoge betrokkenheid van de patiënt snel het gewenste resultaat geven: hogere patiënttevredenheid, betere gezondheidsuitkomsten en lagere kosten. Het is echt mogelijk, mits we bereid zijn over onze eigen schaduw heen te stappen!

Download het ebook zorgnetwerken en lees welke stappen nog meer nodig zijn om een zorgnetwerk succesvol te implementeren.

Deel dit artikel met je netwerk!
pim-valentijn

Ik onderzoek de toegevoegde waarde van zorginnovaties en de stappen die nodig zijn om betere gezondheid, betere zorg en lagere kosten te realiseren. Hierbij verbind ik de wetenschap met de praktijk.

Middels onderzoek stel ik vast hoe organisaties presteren in het realiseren van waardegedreven zorg.  Met deze kennis help ik bij het bouwen van toekomstbestendige zorgorganisaties en netwerken.

Zorgnetwerken die werken: de sleutel tot betere uitkomsten

Netwerkzorg wordt gezien als de oplossing om de toegankelijkheid, kwaliteit, patiënttevredenheid en efficiëntie van zorg te verbeteren. Netwerkzorg is dus geen doel op zich, maar een middel om waardegedreven zorg, ook wel bekend als value-based healthcare of triple aim, te realiseren. In dit e-boek lees je wat een zorgnetwerk is en brengen we de barrières en oplossingsrichting voor de praktijk in kaart. Op basis van het Regenboogmodel en (inter)nationale best practices.